Het verhaal van Assepoester heeft me altijd gefascineerd. Een meisje met een gouden hart, die maar één droom heeft: prinses worden. Ze wordt onderdrukt door haar boze stiefmoeder en gepest door haar stiefzussen. Een pittige jeugd zouden we dat noemen. Laatst hoorde ik dat veel vrouwen dit een voorbeeld vonden van hoe een sprookje de "afhankelijkheid" van de vrouw laat zien ten opzichte van een superieurlijkende man (de prins). Kortom; er is ophef. Waarom kon Assepoester niet zelf naar dat bal gaan, maar moest er eerst nog een elfje aan te pas komen? Waarom moest Assepoester zo volgzaam zijn? Je kan toch weglopen en voor jezelf beginnen? Als "sterke" vrouw? Zo had ik er natuurlijk nog niet naar gekeken en na die mening tot me te hebben genomen, las ik Lowie. Een verhaal dat hetzelfde begint, maar al snel een andere kant op schiet.
Lowie woont namelijk bij de familie Simmer in. Lowie is ook alleen, want haar oma is overleden en haar moeder is weggelopen. Waarom is nog niet duidelijk, maar het is zo. Lowie woont bij meneer Simmer en mevrouw Simmer en wordt als slaafje gebruikt. Ze moet van alles schrobben en schoonmaken, terwijl meneer en mevrouw Simmer niets uitvoeren. Daarnaast treiteren ze haar, praten ze haar naar beneden en vernederen ze haar door dingen van haar af te pakken. Op de dag dat meneer Simmer het doosje van oma af heeft gepakt, besluit Lowie te vertrekken. Weg van deze nare familie. Het is namelijk overal beter dan daar.
Eenmaal onderweg, komt Lowie een aantal gevaren tegen. Waaronder een bende weggelopen jongeren met een hond, de honger en natuurlijk Kommissaar Windbeen (nota bene de politieman van het dorpje Hinkel). Onderweg haalt Lowie een stom grapje uit en om aan eten te komen, steelt ze wat eten. Omdat er weinig gebeurt in Hinkel denkt de Kommissaar hier een slaatje uit te slaan. Hij neemt alle aantijgingen uiterst serieus, zo serieus dat er verschillende mensen in de problemen komen. Kan Lowie ontsnappen aan de Kommissaar? Je leest het in Lowie.
Lowie is een poëtisch boek geschreven door Stefan Boonen. Wat geweldig is aan het boek, is dat het je verbeelding laat gebruiken. Soms begint een hoofdstuk eerst met een verbeeldend idee en daarna komt waar het om gaat. Boonen is er in geslaagd om een boek te schrijven met verschillende diepere lagen. Dat maakt het boek zo interessant. De tekst is veelal wel te lezen voor kinderen van de middenbouw, maar er zitten meerdere diepere lagen in, waardoor je de tekst ook kan gebruiken voor een geweldige close reading-les. Juist omdat er metaforen worden gebruikt en omdat de zinsstructuren interessant zijn. Kortom; echt een boek voor in de schoolbibliotheek.
Dit boek raad ik aan voor...
... iedereen die houdt van een avontuurlijk boek.
... kinderen die kunnen wegdromen in een boek.
... een ieder die niet wil worden opgesloten in een kooi voor het politiebureau.
Samenvatting/Omslag
Zie je haar al zitten? Tikkend met haar voet, beetje naar voor gebogen. Het hondje dat onder de stoel ligt. Dat ze zou glimlachen, om zich heen kijken. ‘Is er iemand dood soms?’ Dat er wordt geknikt. ‘Ja.’ ‘Wie dan?’ ‘Jij?’ ‘Ik? O ja!’ Ze zou glimlachen en verlegen haar schouders ophalen. De verbaasde blik in haar bruine ogen. Dat al die mensen hier zijn, speciaal voor haar? Ook meneer en mevrouw Simmer? Zelfs iemand die op een koning lijkt. Dat ze haar tong uitsteekt naar de Kommissaar. Pech he. Hoe die daar staat, achteraan, de pet in zijn handen, zijn voeten iets uit elkaar, als een standbeeld in een zwart pak. De kleine Dilha plukt stofjes uit de lucht. Later, als hij groot is, wil hij precies worden zoals Lowie.
Als je niet veel tijd hebt: Dit verhaal gaat over een meisje. Lowie. Ze loopt weg. Op het laatst gaat ze (bijna) dood. En meer natuurlijk, véél meer.
Comments